dinsdag 26 maart 2013

Het Feest



Platten tuub. Met een reserve band max 50km verder rijden? Pfoe! Hup, naar Mexico der mee. Als dat geen begin is van een knalfeest, dan weet ik het ook niet. Ik lieg, ik weet het wel, het was het begin van één groot feest. Met als genodigden: mezelf, Tine, en m’n rugzak,Rugy de Zak.
Maar die Maya’s, die weten pas hoe ze een feesje moeten bouwen. We pakken een stuk of 50 kaarsen, flesjes Fanta en een levend kip. We gaan naar een normaalogende-kerk maar wegens gebrek aan stoelen of banken planten we ons gewoon neer op de grond. De kaarsen steken we aan en zorgen voor het mysterieuze effect. Dan beginnen we wat onverstaanbaar te brabbelen en gooien de Fanta in het rond. Last but not least pakken we die kiek, slingeren we die wat boven de kaarsen zodat z’n hoofd grappig mee begint te bewegen om daarna kort maar krachtig z’n nek om te wringen. Hoe mooi kan een cultuur zijn?
Nee, t’is echt, ik heb het hier natuurlijk in een ietwat onnozel jasje gestoken, maar die offerandes die de Maya’s nog steeds uitvoeren, t’is best boeiend. Ze behouden hun eigen tradities, pikken wat mee van die Katholieken die hun honderden jaren geleden iets nieuws kwamen opleggen en maken er een interessant nieuw geheel van. Zo, zijn jullie weer wat wijzer en weet je hoe je in’t vervolg een feestje moet starten. 

Spanning en avontuur. De twee woorden die nogal een centrale plaats hadden in mijn leven, in de voorbije drie weken. Twee vulkanen, vijf dagen trekken met de tent door de jungle, mijn-leven-aan-een-zijden-draadje, versierd gelijk in de films, krokodillen, slangen, spinnen, ...

Maar ik loop te snel van stapel, first things first, beginnen bij't begin.
Ik ben er dus op mn eentje op uitgetrokken, Zuid-Mexico en Noord-Guatemala stonden op de kaart.
San Cristobal, een topstad, leuke mensen,maar nogal ‘tzelfde als Antigua, niet te lang gebleven dus. Tegen de toeristenstroming in de andere kant uitgetrokken, hop naar de ruïnes. Super interessant maar alleen tegendraads kon soms wel staan voor nogal wat eenzaamheid. Geen andere toeristen, blond, alleen, de locals vliegen op u af, ik voelde me toch niet zo op m’n gemak als gedacht. Ik heb genoten van de ruïnes, maar heb m’n tocht toch snel verder gezet naar het vertrouwde Guatemala.

Al heb ik wel nog een pittige anekdote aan Mexico overgehouden, wees gerust, deze keer heeft het niets met uitwerpselen te maken. Versieren dat die Mexicanen kunnen, amaai. Beeld u in: ge zit in het restaurant van het hotel, alleen, wat te lezen, en plots komt de serveerster naar u toe met een servietje. Ge zijt helemaal in de war, ge hebt toch niets gemorst, ge weet ni wa ze van u verwacht. Dan ziet ge dat er vanbinnen in de serviet iets geschreven staat, ge twijfelt nog steeds, want zo’n dingen gebeuren toch alleen maar in films. Ge plooit hem open en leest het volgende: “Hola, hoe mooi ziet gij der wel ni uit, ik zou u graag beter leren kennen, hier is mijn nummer, bel mij, (en nu komt het), mijn naam is Hilda(!).” Slik. En dan begint ge u ziek te lachen.
Mijn aanbidder was er een van het vrouwlijke geslacht, aanbidster, dus. Haha! Er zat zelfs parfum op de serviet. En ik had nog nieens mijn salopet aan!! Sorry Hildake, maar het is toch nog steeds boysboysboys wat de klok slaat.

In Guatemala trok ik naar het Noordelijke laagland, de jungle! Samen met 13 andere jongeren, twee gidsen en een bende muilezels, vertrokken we voor vijf dagen de jungle in. 130 km, kilo’s zweet, nul douches, een topruïnestad diep verdoken, giga veel apen, slangen, spinnen, zwijnen, toekans en zelfs een jaguar in de nacht. En gewandeld da wij gedaan hebben, man! De laatste dag zelfs 25km in 3.5 uur. Ik werd er gewoon hoogmoedig van, misschien een beetje té. Ik dacht dat alles aan te kunnen en heb mij van zodra we terug in bewoonde-wereld waren ingeschreven voor de dodentocht te belgenland. Als ik da tempo kan uithouden loop ik da uit op 14 uur. Of gewoon het kunnen uitlopen zou al wel leuk zijn, we zullen zien, impulsieve Tine was weer aan het werk, woepsie.

De avond na de tocht zat er voor mijn niet veel slapen in, ik was een beetje teveel in shock.
Een prachtige storm verwelkomde ons na de terugkomst. Super mooie bliksems, krakende donders en een  iets minder aangename tornado. Een dak had de strijd met de wind opgegeven en besloot rond te vliegen in de straat waarin ik mij bevond. Metalen golfplaten en houten balken sloegen de ramen in en trokken alles mee naar beneden wat ze op hun weg tegenkwamen, incl den elektriek. Golfplaten maken best wel veel lawaai als ze van 20 meter hoog vijf centimeter naast uwe kop vallen, glas doet nogal pijn onder uw voeten en in uw oog. Ge zout er wel eens de nijging van kunnen krijgen weg te lopen aan een persoonlijk toprecord.
Ik had zooooveel schrik, maar ik ben nog helemaal heel, en mijn vrienden ook, dus da’s goed.

Maar het spanningsniveau lag nog niet hoog genoeg, drie dagen later ben ik het Noordelijke hoogland ingetrokken en ben de uitdaging aangegaan: Tajumulco, de hoogste vulkaan van Centraal-Amerika! Jaja, ik ben nogal in form ze, mijn benen zijn gewoonweg echt gespierd, da’s effe wennen en zal ook wel snel weer verdwijnen.
En wa doetge als de bus vol zit, dan zet ge u gewoon erboven op! Zo hadden we toch ook een klein beetje India in Guatemala.
Het was een topweekend, topbeklimming en topmensen!

Ondertussen zit ik weer in Antigua en ik ben 100% gelukkig, met wat geweest is, waar ik ben en wat zal komen! Ooooh...


Dikke smakkerds lieve schatten, tot de volgende!

Een springlevende Tine!