vrijdag 31 mei 2013

Mien Jozefien


Noem me melig of abnormaal zot van een kind dat niet eens het mijne is. Noem me zoals u wilt, het kan me geen bal schelen. Ik ben het gewoonweg werkelijk, zot van dit schepseltje.

Exact 1 jaar geleden, allemaal tesamen in de Mac Donalds. Niet dat iemand dat graag wou eten maar er was gewoon niets anders open. En vieren moesten we, want damens en heren, die dag was er een mirakel gebeurd.
In deze afgelopen 365 dagen heb ik me op regelmatige basis afgvraagd hoe ik toch zo stom kon zijn te vertrekken naar de andere kant van de wereld.

Al stuurde je lieve mama me dagelijks een foto, toch wil ik je nog eens bewonderen met m’n eigen ogen. Die blonde donsjes, blauwe kijkertjes en pareltjes van tanden. Ik weet hoe goed je mama is in photoshop. Wieweet staat je neusje wel wat scheef en heb je één geel en één groen oog, ben je een dikkertje en misschien wel ietwat aan de lelijke kant. Ik weet het niet. Alles kan.
Ik zou dat gewoon graag toch eens checken.

En als je wilt, lieve Mina, dan kan ik je ook vertellen over al die dingen die ik heb meegemaakt in die maanden dat ik er niet was. Ookal kan je me nog niet verstaan en is zinnige feedback geven nog niet je sterkste kant, ik zou dat met veel plezier doen.
Ik kan je leren hoe je in het Spaans corrupte politie afscheept, hoe blond zijn en glimlachen alles veel makkelijker maakt. Hoe ik haaien en krokodillen gezien heb. Misschien, als het je niet stoort kan ik het ook wat spannender maken. Dat ik er mee gevochten heb ofzo. Dat ik als een held gewonnen heb na een messteek in zijn linker oog. “Van wie? De haai of de krokodil?” Van beide, teglijk als je wil.
Of als je vindt dat dit laatste erover gaat kan ik het nog altijd weglaten hoor, maakt me niet zo, zolang je me maar stoer vindt. Dat je het begrijpt, me vergeeft, dat ik er in je eerste levensjaar niet bij was.

Lieve Mien, ik weet dat we elkaar nog niet zo goed kennen, maar ik weet dat je ooit 7/10 gaat halen op een toets Frans en daarom hou ik nu al zo zielsveel van jou.

Pruts, een welgemeende gelukkige verjaardag gewenst.

Liefs, Tante Titi.

donderdag 23 mei 2013

Diep in de zee


'Time? Check. Orientation? Check. Everyone OK to go down? Check. Check. Check. Check.’
Okeee, daar gaan we, alle lucht uit mijn duikvest en langzaam beginnen we te zakken. GRGGLLL. Woepsie, snorkel uit, regulator in. Klein detail, doch een levensbelangrijk.
De lucht uit m’n tank komt in mijn mond en vervolgens  met het nodige lawaai en duizenden belletjes er weer uit. Oké, alles zit snor.
Poging twee. Ik zak, knijp en blaas in m’n neus, ga dieper en dieper, dat blauwe gat in.
Ik bevind me  in een compleet nieuwe wereld. Eerst en vooral adem ik onder water, niet echt van m’n gewoonte, ma bon, dit went. Tweeds en vooral is alles anders, ma echt alles. Geluiden klinken hol, gigantisch luid en zijn onmogelijk localiseerbaar. Dieptezicht krijgt een andere dimensie en groottes inschatten lijken voor sommige mensen een hele opgave. “Ja Katrien, de haai was werkelijk drie meter en niet 30cm.” En bovenal, ik voel mij ontzettend machtig, sterk en zelfs een beetje een superheld, zovele meters onder de zeespiegel.
Haaien, schildpadden, roggen, ... noem maar op. Kleuren rood, groen, blauw, paars, geel, ... noem maar op. Een lichtspel om U tegen te zeggen!
Gelijk de PADI reclam het zo schoon zegt: “71% of the world is covered with water. Go get your PADI and discover the world.” Een waarheid als een koe.

Hier ben ik weer. Terug van weggeweest. Van waar? Van Nicaragua. Daar ben ik dus niet meer. Ik en de Rugy zijn ondertussen aangekomen in Costa Rica. Ons vorig gezelschap, Kathy, heeft de bende verlaten en een nieuw lid heeft zich toegevoegd, ons Liske, inderdaad, niet zo nieuw.  

Maar bon, nieuwe oorden, nieuwe woorden. 

Wij bevinden ons momenteel in El Silencio. Een boeregat dat z’n naam niet onwaardig is. Zo’n  500-tal bewoners ,1 weg, 1 bar, 1 supermarkt en absoluut geen hol te doen.
Dan moet het ook nog eens lukken dat het we volop in het regenseizoen zitten. Elke namiddag verandert de straat in een rivier. Regen zoals regen hoort te zijn, daar kunnen wij belgen nog iets van leren.
En toch zint het ons hier. Buiten op ons lui gat zitten praktiseren we hier ook wat barmhartige werken. Het dorpje is een soort community en draait grotendeels op zelfvoorzieningen. Zo is er een melkerij, een varkenskot, een kippenboerderij en een opvangcenter voor wilde diertjes.En wij geven hulp waar hulp nodig is.

“Wat doen wij hier zoal?” Vroeg opstaan (heeel vroeg, gem  5u), koeien melken, ondergekakt worden door koeien, aapjes, toekans, papegaaien en giga-ratten eten geven, ons wassen in de waterval, kippen eten geven (lees: aangevallen worden door 200 kippen vanaf ge het kot betreed), paardje rijden en het hoogtepunt tot nu toe: een paard ontdoen van z’n huevos.

“Wat staat er nog op’t program?” Vroeger dan vroeg opstaan (slachten van kiekes start om 3), 200 kiekes slachten dus, de cowgirls uithangen en opzenminst één varken slachten.
Ge hoort het, een waar paradijs voor vegetariërs, JOCHEI!

Adioos bolleboos!

P.s. Kathy, we missen je hoor, Fanneke huilt zichzelf nog dagelijk in slaap. Echte vrienden vergeten elkaar niet.