zondag 28 december 2014

Tiny gaat helemaal niet op reis

Het is dus eigenlijk allemaal gebaseerd op een leugen.

Sorry.

Ge ziet het, het werkt niet, er komt niet bepaald veel eh.

Ik was in september beter een nieuwe blog begonnen: 'Tinygaatopgeweldigintensiefleerprocesnaarhaarzelfennaardewereld'. Ja, ik weet het, net dat tikkeltje minder catchy.

Maar hey jongens en meisjes in België, ik zal jullie eens iets vertellen, het is hier absoluut niet gemakkelijk en absoluut heel vermoeiend. WWWRRRRAAAAUWCH. Soms heb ik zelfs geweldig veel zin gek te worden. Freaky?

Kweetnie, da zijn zo van die dingen waar mensen liever niet over lezen en de treffelijke mensen liever niet over schrijven.

Ofzo.

Verdorie Tiny, ga op reis! Ga chillen met de billen, neem rust in uw hoofd, beleef avonturen die lekker luchtig zijn en plezant om over te schrijven.


Hmmm ik heb die en die berg beklommen, mensjes van China, Guyana en Groenland ontmoet, iets zot gegeten en ga u nu in geuren en kleuren vertellen hoe deze ervaring in mijn mond wel was, anekdotes en mopjes delen die totaal overbodig zijn, lachengierenbrullen... 

Alsjeblieft, daar heb ik zin in.

Sorry eh, dat nu zo wa donkerder is. Ik doe da ni expres.


Baaibaai koeievlaai,

tot binnen een maand ofzo, als deze blog zijn naam weer waardig is.


Tinemienemuttetienpondgrutte


zondag 30 november 2014




Er is iemand dood. Waarom weet ik niet. Waar wel. Hoe ook.
Mensen worden geboren en gaan dood. Heel normaal. Wat is het verschil? Why the fuss?

Wat is lang genoeg leven?
Wat is goed leven?
Waar is die maatstaaf?

Is een vlieg niet gelukkiger dan een mens?
Zou daarom zijn afscheid na slechts één dag dan niet erger moeten zijn?

Wat raakt, verbindt.
Kunst, liefde, natuur, muziek, empathie.

Als er niet verbonden wordt, raakt het niet.
Mensen in de kou. Alleen.


Is twintig lang genoeg?


Vrijheid wint.
Eigen keus maakt koning.

Kan een mens kiezen wanneer hij sterft?
Wat is er nodig?
Schaduw? Rust? Armen om in te liggen? Liefde?


Waarom leeft een leven?


Wint energie van inteligentie?
Gevoel van geld?

Waarom vinden sommigen van niet? Waarom doen zij anderen pijn?

Zij loopt weg.
Zij leeft op straat.

De winnaar killt uiteindelijk altijd de koning.

Zij gaat dood.



Zijn anderen dan geen mens?



Zoveel vragen.
Ik was er.
Ik weet het niet.



Sorry.


vrijdag 7 november 2014

De Ceja

Er zijn twee skiliften die, laten we aannemen, het begin en eindpunt van het gebied vormen. Een wirwar van bruggen waar een immense Che Guevara bovenuit piept maakt het centrum. Duizenden mensen en al zeker zoveel mini-bussen zorgen voor de opvulling. Ik zie brood, ik zie gedroogde lama-lijken, ik zie kleine kinderen kakken op de straat, ik zie slijpmachines, ik zie honden, vuile honden, ik zie varkenshoofden, ik zie sapcentrifuges, ik zie eigenlijk niets want ik lig eigenlijk in mijn bed met mijn ogen toe. Maar in gedachten zie ik veel, teveel om op te noemen. Ik riek fruit, ik riek vers bloed van de slager, ik riek hond, ik riek angst, ik riek tiner gemengd met gasolina, ik riek SOA's. De lelijkste geur van de wereld, die SOA's. We staan blijkbaar aan de Tilin, een plek waar deze geur domineert en waar mannelijk gezelschap, klaar voor een groen blaadje, een gevestigde waarde is. Meisjes met felgekleurde oogschaduw en een bolletje wol in de hand, aan de neus komen naar ons toe. "Seeeño" hoor je en je hand groet een andere hand en daarna doe je nog eens hetzelfde met je bovenarm. Snel komt er ook een groepje jongens bijstaan met petten en een bolletje wol in de hand en wederom ook aan de neus. Ze nemen even pauze van hun werk. Verhalen worden verteld: politie, tehuizen, familie en HIV, geen onderwerp wordt gemeden. Kom, laten we verdergaan naar het basketbalveldje. Sommige kinderen gaan mee, anderen gaan terug aan het werk, hun voorbijwandelende rugzakken of andere zakken achterna. Op het eerste veldje kunnen we niet gaan want daar zijn ze aan het vechten, op het tweede zijn ze aan het drinken, op het derde dan maar. De bal wordt bovengehaald en naargelang de dag wordt er met de voet, of met de hand beweging in het spel gebracht. (Om even te schetsen, we zijn ongeveer aan de tweede lift nu. Aan de eerste zijn we begonnen, aan het fruit daarzo). De geur van bloed komt weer naar boven, nu wel van de menselijke soort. Tijd om wondes te verzorgen. "Amaai het ziet er al veel beter uit, de etter is weg en ik kan het bot weer zien, joepie." "Wie wilt er nog refresco, een broodje, iemand?" We wandelen terug richting gele skilift en onze handen en bovenarmen ontmoeten elkaar weer ditmaal om het uiteengaan te bevestigen. "Tot morgen jongens, om 1u is er 'casa'. We gaan film kijken en pipocas eten. Zeker komen. Ciao!"

Ja, het is inderdaad KEJ lang geleden. De sterren stonden er gewoon niet naar ofzo. En buiten het heelal dat niet geheel aan mijn zijde stond is het ook geen gemakkelijke maand geweest. Ik ga niet ontkennen dat niet elke dag met evenveel geluk en blijdschap gevuld was. Twijfel kwam en motivatie ging. Bazen met wie niet altijd even goed overeengekomen werd (vergelijking numero 1 van deze tekst met België!), de moeilijke relatie tussen lijm snuiven en psychotherapie en Europese subsidies die lijden onder deze zijn crisis maakte van mijn stageplaats niet echt één van de aangenaamste. Niet alleen voelde ik dit maar ook ons 'cliënteel' merkte deze druk. Er werd gespeeld met voeten. Agressie kwam, respect ging. Als een vicieuze cirkel betaamt was het weer aan mij om dit dan te voelen. Logisch is het dat als motivatie en veiligheid wegvallen er alternatieve plannen in de plaats komen. Naar het gevang, straatwerk in La Paz, meedraaien in een privékabinet, ... Het was allemaal mogelijk. Maar oké, het hek is nu van de dam (juist, ni?) ik blijf bij Maya Paya Kimsa! Open communicatie en de afwezigheid van storende schakels(lees het -s, c, h, k, l, s + b, z, n) kunnen wonderen doen. Openheid heeft sfeer een duw in de rug gegeven en ook meneer de motivatie is terug van de partij. Ja het blijft een onmogelijk-maar-toch-mogelijke wereld waar psychologische hulp niet echt thuis is maar qua interessantheid valt er zeker niet te klagen en komaan, het piepen in deze on-wereld ga ik gewoon altijd met me mee kunnen dragen. Het leven in de Ceja is gewoon, echt waar, te zot voor woorden. Kom liever zelf eens een kijkje nemen.

Ciao chicos, nos vemos,

La Tina


zaterdag 4 oktober 2014

Palta

Palta. Zo noemen ze een avocado hier. Lelijk woord, toch? En dat voor zoiets lekkers. In Guatemala noemen ze dat tenminste ‘aguacate’. Mooi, verfijnd, ... een naam dat deze vrucht toebehoort. Dit was dan ook hetgeen ik zei als ze mij op het werk vroegen wat ik het grootste verschil vond tussen Guatemala en Bolivia. Dat vonden ze uiteraard hilarisch en mijn nieuwe bijnaam was geboren: ‘Augacate’. Maar wegens gebrek aan kennis hoe dit woord te schrijven is het ‘Wawacate’ geworden. Het is eens wat anders dan Tiny, Tiens of Titi.

Een paar dagen geleden was ik deze tekst ook beginnen schrijven maar dan met een andere naam dat bovenaan zou verschijnen. Weer een verhaal over een casus op werk (klinkt fancy hé?). Maar het voelde niet goed aan. Andermans miserie beschrijven voor andermans supspens. Eerst en vooral niet echt ethisch correct, tweeds en vooral niet Tine-correct. Dat is eigenlijk ook in het algemeen het gevoel dat ik heb bij mijn werk. Ik ben hier om te leren en mijn studie-objecten zijn jongeren die de grootste problemen van de wereld hebben. Ik als psychologie-leek ga dààrvan leren. Daarom wou ik toch ook naar Bolivia komen, de verhalen zijn hier straffer, de impact des te groter. Maar hoe egoïstisch is dat? Als het zo zit was ik liever hierheen gekomen en had ik liever geen verhalen gekregen en zij geen problemen (hear mother Theresa speaking). Ja, ik zit in zo’n filosofische fase waarin iedereen egoïstisch is en elke handeling overpeinzd wordt. Het valt moeilijk te begrijpen dat ik, Tine, zo’n Europees studentje, ga kunnen helpen om hun problemen te verlichten. Een proces dat veel vertrouwen nodig heeft en vertrouwen vraagt veel tijd. Al gaat dat al wel precies de goede richting uit. Ik zal jullie zeker op de hoogte houden hoe het aanvoelt als mijn psychologisch zelfvertrouwen een trapje gestegen is.

Wat ik al wel geleerd heb is om ongelooflijk veel geduld te hebben. Drie uur aan een ziekenhuisbed zitten en gewoon niets hebben buiten jezelf en je gedachten. Ondertussen kan ik de tijd best vooruit laten gaan met niets. Ook weet ik nu als de beste hoe een gasboiler aan te steken, iemand moet toch de man in huis zijn.

Het is trouwens zaterdagochtend (oké ja, eerder middag) en ik zit aan de ontbijttafel. Het is een kei mooie dag met een prachtig uitzicht. Toch als ik naar links kijk, rechts is het slechts een zetel met een meisje en een computer. Ik zal dit linkeruitzicht even met jullie delen. Zie voor u een grote brug versierd met kleine autootjes en zo te zien ook een koppel dat net getrouwd blijkt te zijn. Achter de brug zijn de gele eitjes arme mensjes naar El Alto aan het brengen en zo te zien is de groene lift nu ook actief, richting zona sur voor de rijke. Ik zie een stadium, hoge flatgebouwen en ontzettend veel huisjes neergeplant op de meest onmogelijke plaatsen, een paar rotsen houden de architecten hier blijkbaar niet tegen. Wanneer het echt onmogelijk wordt om nog te bouwen krijgen de roodbruine pieken van het Andesgebergte de kans om hun simpele zelf te zijn. Schakeringen in kleuren, rare uitstulpingen en ergens tussenin staat de Illimani te doen alsof het perfect normaal is zo mooi te zijn en een eeuwige mantel van sneeuw te dragen, show off.

Het koppel blijft hier trouwens maar heen en weer lopen over de brug. Volgens mij zijn ze foto’s aan het trekken. Jullie weten nu dus alvast hoe hun trouwfoto’s er zullen uitzien.

Graag gedaan.

Tine


zondag 21 september 2014

Yamila

We kloppen aan bij het enigste gekleurde huisje van de straat. Vrolijk blauw met gele ruitjes. Een volslanke vrouw opent de deur en aarzelend verschijnt er vanachter haar benen een gezichtje. Twee grote ogen kijken mij indringend aan en ik weet meteen dat deze vrolijkheid van de buitenmuren niet door te trekken is naar wat er zich erbinnen afspeelt. Onder haar oogjes zie ik haar broze wangetjes. Helemaal kapot van de droogte, de koude en de felle zon dat El Alto haar dagelijks te bieden heeft. Lipjes waar amper een glimlach op verschijnt, haartjes en kleertjes die wel eens gewassen mogen worden. 
Yamila is vier jaar oud en getuige van hoe haar mama geslagen, verkracht en uitgebuit wordt.

Haar mama vraagt om hulp.

21 jaar oud, 21 jaar slachtoffer van geweld. Vanaf haar geboorte werd de moeder bij haar thuis, net zoals haar zusjes en haar moeder geslagen door haar vader. Op haar 15e trouwde ze met een 4 jaar jongere jongen uit hoop op een beter leven. Maar ook daar werd ze fysiek, seksueel en economisch mishandeld. Toen ze 17 was werd Yamila geboren en op haar 19e kreeg ze haar tweede kindje. Niet lang hierna belandde ze in een auto-ongeval. Ze kon niet meer stappen en haar echtgenoot wou niet voor haar en hun twee kindjes zorgen. Ze moest verhuizen, opnieuw naar haar moeder en vader en opnieuw toonde deze laatste haar de harde hand. Haar vader vond dat ze tenslotte niet bij hen moest zitten maar bij haar echtgenoot, het was een schande dat zij hem zo had kunnen teleurstellen. Na weer twee jaar van vernederingen en blauwe plekken kon ze weer wat beter stappen en mocht ze van haar man weer thuis komen wonen. Het geweld startte ook daar weer opnieuw en na een maand dit te ondergaan zocht ze haar toevlucht in alcohol. Ze vergat haar zorgen, maar ook haar kinderen. Op een avond kwam ze niet meer thuis en moest haar man haar gaan zoeken. Toen hij haar gevonden had werd ze zo ineengeslagen dat ze moest vluchten om te overleven. Om één uur ’s nachts op straat met een kind van 2 op de arm en een meisje van 4 aan de hand. Waar kon ze anders naartoe dan naar haar ouders? Dit was zondagnacht. Haar zoontje stopte die nacht met praten. Zij viel in wanhoop.

Gisterenavond kwam haar vader weer dronken thuis. Hij klopte hysterisch op haar deur en riep dat hij haar ging vermoorden.

Zij zoekt om hulp.
.

.

maandag 15 september 2014

Edson

35 lentes waarvan 15 als taxichauffeur. Na lang onderhandelen sloeg Edson zijn slag. Vier blonde chicas moesten van het kleine luchthaventje in El Alto(lees: twee ruimtes met een golfplaten dakje, eentje voor vertrek, de ander voor aankomst)vervoerd worden naar beneden, ergens diep in de vallei, het centrum van La Paz. Vanuit de luchthaven leidde Edson’s auto ons meteen de drukte in. 100-en auto’s in rijen. Of toch iets wat er op leek. Een twee-, drie-, of vier-vaksbaan, variërend naar de breedte van de auto of de zin in risico men heeft, vormde de middagdrukte. Een koor van toeters maakt het plaatje compleet, volledig zinloos, maar bon, het hoort er nu eenmaal bij. Onze auto volgt traag maar gestaag mee de stroom die het wegennet ons biedt. Fille-tijd = rondkijk-tijd. Bloemperkjes die de flexibele baanvakken scheiden doen dienst als marktplaatsjes voor popcorn, sapjes met rotte perzikken, enzovoort. Ergens tussenin ligt een man zijn middagdudje te doen. Schaduw van een boom, het zachte gezoem van motors, claxons en verkopers, het heerlijke aroma van uitlaatgassen, wat meer heeft eens mens nodig om midden op de dag uit te kateren?! De stroom raakt in versnelling en onze taxi kan zich snel losmanouvreren en neemt het voortouw. Bolhoedjes, felgekleurde doeken, grijsgrauwe bergen, skiliften en duizenden Evo-campagnes flitsen aan het landschap voorbij. Al dalend in de vallei maken de krotjes plaats voor koloniale huizen, zebra-mannetjes en spinnewebben van elektriciteitsdraden die dit hele schouwspel overdekken. Stilstaand voor het rode licht begint Edson te vertellen. Nee, taxichauffeur is niet zijn droomjob, maar oké, hij doet het nog wel graag. Rijden in zijn eigen auto en luisteren naar alle verhalen dat de mensen die bij hem achterin kruipen hem te zeggen hebben. Wat als ik binnen vijf maanden de taxi neem, onderweg naar andere oorden, en toevallig weer in Edson’s auto zou belanden, wat zou mijn verhaal voor hem dan zijn? Wat zou het doen weg te rijden van deze plaats waar ik nu net ben aangekomen? Ik ben benieuwd Edson. ¡Nos Vemos!

Aan de dronken mannen, bolhoedjes en popcorn ben ik ondertussen al wel gewend. Geen last gehad van jetlag (slapen kan ik als de beste), de aanpassing aan de hoogte verliep iets moeizamer, maar de indringende koppijn is in tussentijd ook weer van de baan.

Een dikke week in La Paz en de stand van zaken is als volgt: 1 geweldig appartement met een zicht om U tegen te zeggen, 1week introductie in de hippe universiteit incl. 3 hippe stagebegeleiders (hip hip hip), 13 mede studiegenootjes à veel meisjesgedoe maar hilariteit alom, 10 bevriezende nachten en 1 gelukkige Tine.

Wat er voor de deur staat: 1 week stage in Consejo Rural (opvang voor vrouwen die slachtoffer zijn van partnergeweld in El Alto), 17 weken stage in Maya Paya Kimsa (organisatie die straatkinderen begeleidt in El Alto), 3x hoogstaand bezoek uit La Belgique (meerdere bezoeken zijn mogelijk, interesse, PM <3) en 1000 kilo avontuur (Kilo? Kilo.).

Spannend hé,

Groentjes,


Tine

dinsdag 18 juni 2013

Als we dan eindelijk nog eens naar huis gaan

De vogeltjes fluiten, de zonnestralen banen zich een weg door de spleten hout, naar m'n gezicht. Ik sta op, ga naar't toilet, kijk door het raam en BAM, daar staat gewoonweg een vulkaan. Juist, we zijn nog niet thuis. In zijn volle glorie staat ie daar te staan. Twee flanken, symmetrische perfectie, vergezeld met het nodige slagroomwolkje om de top, Agua.
Ik doe mn kleren aan en ga op straat. Duizenden kasseitjes leiden mij de weg door duizenden huisjes. Huisjes in alle kleuren, gevaarlijk uitstekende raamkozijnen, prachtig houten deuren.
Fonteinen met borsten, weelderige borsten, waar het water in elegante boogjes uitloopt, Antigua.
Ik loop hier niet alleen rond, er zijn hier nog mensjes, afkomstig van Gringoland of andere Westerse contreien, van Guacamoleland of andere Mayaanse contreien. Het is vooral op deze laatste groep dat ik m'n ogen nog eens goed laat vallen. Gevoed door tortilla's, bonen en avocado's, gekleed in felgekleurde stukken stof, vernuftig over elkaar gedraaid, cowboyhoeden, cowboyboots en die lelijke gedrochten van stukken goud in hun tanden gepropt. Ach, een glimlach maakt zoveel goed, Chapinos.

Vreemd toch, hoe we van situatie tot situatie anders naar de dingen gaan gaan kijken. Al zovele maanden ben ik onderworpen aan bovenstaande indrukken, maar als je weet dat dit binnenkort voor een lange tijd niet meer aanwezig gaat zijn, plaats je de zaken toch in een andere context, in een ietwat sentimentelere context. De omgeving wordt al nostalgie, terwijl je er nog levend en wel bijstaat.

Vulkaanachtige landschappen verschuiven zich naar mijn herinneringen en maken plaats voor de aankomende platte, vlakke, Vlaamse, weilanden. Toekans, apen, krokodillen en haaien worden ingeruild voor duiven, paarden, koeien en een goudvis. Maar daarom is dat toch nog zo slecht ni.
Reizigers hier en mensen thuis waarschuwen me voor drastische aanpassingen en depressieve gevoelens. Ja, ik heb een hoge dunk van mezelf, maar ik denk dat bovenstaande niet op mij van toepassing zal zijn. Ik vind mezelf en mijn leven best wel leuk, waar dan ook. Met het naar hier komen ben ik ook gewoon blijven doorademen, blijven doorleven, mijn normale zelf gebleven, ik zie niet in waarom ik bij de terugkomst dan ineens ongelukkig zou moeten zijn. Uiteraard ga ik alles en mijnen Amerikaansen boy hier missen, maar da zou toch stom zijn, helemaal naar de andere kant van de wereld reizen om dan depressief terug te komen. Moest het zo ineen zitten, zou ik al helemaal niet vertrokken zijn! Mijn plan is gewoon doorgaan gelukkig te zijn. Topplan als je't mij vraagt!

Maar alsjeblieft, kom ni af met "En hoe was't, vertel eens iets?". Ik ga da ook ni bij u doen, dus doet da ook ni bij mij. Ik ben bijna een jaar weggeweest. Daar bestaan geen zinnig, eenzinnig antwoord op. "T'was goed." zal dan ook oprecht mijn respons zijn. U bent gewaarschuwd.

België, ik heb zin in u, laat ma komen, ik kan u wel aan.

Tot snel lellebel,

Tine