Het is dus eigenlijk allemaal gebaseerd op een leugen.
Sorry.
Ge ziet het, het werkt niet, er komt niet bepaald veel eh.
Ik was in september beter een nieuwe blog begonnen: 'Tinygaatopgeweldigintensiefleerprocesnaarhaarzelfennaardewereld'. Ja, ik weet het, net dat tikkeltje minder catchy.
Maar hey jongens en meisjes in België, ik zal jullie eens iets vertellen, het is hier absoluut niet gemakkelijk en absoluut heel vermoeiend. WWWRRRRAAAAUWCH. Soms heb ik zelfs geweldig veel zin gek te worden. Freaky?
Kweetnie, da zijn zo van die dingen waar mensen liever niet over lezen en de treffelijke mensen liever niet over schrijven.
Ofzo.
Verdorie Tiny, ga op reis! Ga chillen met de billen, neem rust in uw hoofd, beleef avonturen die lekker luchtig zijn en plezant om over te schrijven.
Hmmm ik heb die en die berg beklommen, mensjes van China, Guyana en Groenland ontmoet, iets zot gegeten en ga u nu in geuren en kleuren vertellen hoe deze ervaring in mijn mond wel was, anekdotes en mopjes delen die totaal overbodig zijn, lachengierenbrullen...
Alsjeblieft, daar heb ik zin in.
Sorry eh, dat nu zo wa donkerder is. Ik doe da ni expres.
Baaibaai koeievlaai,
tot binnen een maand ofzo, als deze blog zijn naam weer waardig is.
Tinemienemuttetienpondgrutte
Tiny's avonturen
zondag 28 december 2014
zondag 30 november 2014
Er is iemand dood. Waarom weet ik niet. Waar wel. Hoe ook.
Mensen worden geboren en gaan dood. Heel
normaal. Wat is het verschil? Why the fuss?
Wat is lang genoeg leven?
Wat is goed leven?
Waar is die maatstaaf?
Is een vlieg niet gelukkiger dan een mens?
Zou daarom zijn afscheid na slechts één dag dan niet
erger moeten zijn?
Wat raakt, verbindt.
Kunst, liefde, natuur, muziek, empathie.
Als er niet verbonden wordt, raakt het
niet.
Mensen in de kou. Alleen.
Is twintig lang genoeg?
Vrijheid wint.
Eigen keus maakt koning.
Kan een mens kiezen wanneer hij sterft?
Wat is er nodig?
Schaduw? Rust? Armen om in te liggen?
Liefde?
Waarom leeft een leven?
Wint energie van inteligentie?
Gevoel van geld?
Waarom vinden sommigen van niet? Waarom
doen zij anderen pijn?
Zij loopt weg.
Zij leeft op straat.
De winnaar killt uiteindelijk altijd de
koning.
Zij gaat dood.
Zijn anderen dan geen mens?
Zoveel vragen.
Ik was er.
Ik weet het niet.
Sorry.
vrijdag 7 november 2014
De Ceja
Er zijn twee skiliften die, laten we aannemen, het
begin en eindpunt van het gebied vormen. Een wirwar van bruggen waar een immense
Che Guevara bovenuit piept maakt het centrum. Duizenden mensen en al zeker
zoveel mini-bussen zorgen voor de opvulling. Ik zie brood, ik zie gedroogde
lama-lijken, ik zie kleine kinderen kakken op de straat, ik zie slijpmachines,
ik zie honden, vuile honden, ik zie varkenshoofden, ik zie sapcentrifuges, ik
zie eigenlijk niets want ik lig eigenlijk in mijn bed met mijn ogen toe. Maar
in gedachten zie ik veel, teveel om op te noemen. Ik riek fruit, ik riek
vers bloed van de slager, ik riek hond, ik riek angst, ik riek tiner gemengd
met gasolina, ik riek SOA's. De lelijkste geur van de wereld, die SOA's. We staan
blijkbaar aan de Tilin, een plek waar deze geur domineert en waar mannelijk
gezelschap, klaar voor een groen blaadje, een gevestigde waarde is. Meisjes met
felgekleurde oogschaduw en een bolletje wol in de hand, aan de neus komen naar
ons toe. "Seeeño" hoor je en je hand groet een andere hand en daarna
doe je nog eens hetzelfde met je bovenarm. Snel komt er ook een groepje jongens
bijstaan met petten en een bolletje wol in de hand en wederom ook aan de neus.
Ze nemen even pauze van hun werk. Verhalen worden verteld: politie, tehuizen,
familie en HIV, geen onderwerp wordt gemeden. Kom, laten we verdergaan naar het
basketbalveldje. Sommige kinderen gaan mee, anderen gaan terug aan het werk,
hun voorbijwandelende rugzakken of andere zakken achterna. Op het eerste veldje
kunnen we niet gaan want daar zijn ze aan het vechten, op het tweede zijn ze
aan het drinken, op het derde dan maar. De bal wordt bovengehaald en naargelang
de dag wordt er met de voet, of met de hand beweging in het spel
gebracht. (Om even te schetsen, we zijn ongeveer aan de tweede lift nu. Aan de eerste
zijn we begonnen, aan het fruit daarzo). De geur van bloed komt weer naar boven, nu
wel van de menselijke soort. Tijd om wondes te verzorgen. "Amaai het ziet
er al veel beter uit, de etter is weg en ik kan het bot weer zien, joepie."
"Wie wilt er nog refresco, een broodje, iemand?" We wandelen terug
richting gele skilift en onze handen en bovenarmen ontmoeten elkaar weer ditmaal
om het uiteengaan te bevestigen. "Tot morgen jongens, om 1u is er 'casa'.
We gaan film kijken en pipocas eten. Zeker komen. Ciao!"
Ja, het
is inderdaad KEJ lang geleden. De sterren stonden er gewoon niet naar ofzo. En buiten het heelal dat niet geheel aan mijn zijde stond is het ook geen gemakkelijke maand geweest. Ik ga niet ontkennen dat niet elke dag
met evenveel geluk en blijdschap gevuld was. Twijfel kwam en motivatie ging. Bazen
met wie niet altijd even goed overeengekomen werd (vergelijking numero 1 van
deze tekst met België!), de moeilijke relatie tussen lijm snuiven en psychotherapie
en Europese subsidies die lijden onder deze zijn crisis maakte van mijn
stageplaats niet echt één van de aangenaamste. Niet alleen voelde ik dit maar ook ons 'cliënteel' merkte deze druk.
Er werd gespeeld met voeten. Agressie kwam, respect ging. Als een vicieuze
cirkel betaamt was het weer aan mij om dit dan te voelen. Logisch is het dat als motivatie
en veiligheid wegvallen er alternatieve plannen in de plaats komen. Naar het gevang, straatwerk in La Paz, meedraaien in een privékabinet, ... Het was allemaal mogelijk. Maar oké, het hek is nu van de dam (juist, ni?) ik blijf bij Maya
Paya Kimsa! Open communicatie en de afwezigheid van storende schakels(lees het -s,
c, h, k, l, s + b, z, n) kunnen wonderen doen. Openheid heeft sfeer een duw in
de rug gegeven en ook meneer de motivatie is terug van de partij. Ja het blijft
een onmogelijk-maar-toch-mogelijke wereld waar psychologische hulp niet echt thuis
is maar qua interessantheid valt er zeker niet te klagen en komaan, het piepen
in deze on-wereld ga ik gewoon altijd met me mee kunnen dragen. Het leven in de Ceja is gewoon, echt waar, te zot voor woorden. Kom liever zelf eens een kijkje nemen.
Ciao
chicos, nos vemos,
La Tina
zaterdag 4 oktober 2014
Palta
Palta. Zo noemen ze
een avocado hier. Lelijk woord, toch? En dat voor zoiets lekkers. In Guatemala noemen
ze dat tenminste ‘aguacate’. Mooi, verfijnd, ... een naam dat deze vrucht
toebehoort. Dit was dan ook hetgeen ik zei als ze mij op het werk vroegen wat
ik het grootste verschil vond tussen Guatemala en Bolivia. Dat vonden ze
uiteraard hilarisch en mijn nieuwe bijnaam was geboren: ‘Augacate’. Maar wegens
gebrek aan kennis hoe dit woord te schrijven is het ‘Wawacate’ geworden. Het is
eens wat anders dan Tiny, Tiens of Titi.
Een paar dagen geleden was ik deze tekst ook beginnen
schrijven maar dan met een andere naam dat bovenaan zou verschijnen. Weer een
verhaal over een casus op werk (klinkt fancy hé?). Maar het voelde niet goed
aan. Andermans miserie beschrijven voor andermans supspens. Eerst en vooral
niet echt ethisch correct, tweeds en vooral niet Tine-correct. Dat is eigenlijk
ook in het algemeen het gevoel dat ik heb bij mijn werk. Ik ben hier om te
leren en mijn studie-objecten zijn jongeren die de grootste problemen van de
wereld hebben. Ik als psychologie-leek ga dààrvan leren. Daarom wou ik toch ook
naar Bolivia komen, de verhalen zijn hier straffer, de impact des te groter.
Maar hoe egoïstisch is dat? Als het zo zit was ik liever hierheen gekomen en had
ik liever geen verhalen gekregen en zij geen problemen (hear mother Theresa
speaking). Ja, ik zit in zo’n filosofische fase waarin iedereen egoïstisch is
en elke handeling overpeinzd wordt. Het valt moeilijk te begrijpen dat ik,
Tine, zo’n Europees studentje, ga kunnen helpen om hun problemen te verlichten.
Een proces dat veel vertrouwen nodig heeft en vertrouwen vraagt veel tijd. Al gaat
dat al wel precies de goede richting uit. Ik zal jullie zeker op de hoogte
houden hoe het aanvoelt als mijn psychologisch zelfvertrouwen een trapje
gestegen is.
Wat ik al wel geleerd heb is om ongelooflijk veel geduld te
hebben. Drie uur aan een ziekenhuisbed zitten en gewoon niets hebben buiten
jezelf en je gedachten. Ondertussen kan ik de tijd best vooruit laten gaan met
niets. Ook weet ik nu als de beste hoe een gasboiler aan te steken, iemand moet
toch de man in huis zijn.
Het is trouwens zaterdagochtend (oké ja, eerder middag) en ik zit aan
de ontbijttafel. Het is een kei mooie dag met een prachtig uitzicht. Toch als
ik naar links kijk, rechts is het slechts een zetel met een meisje en een
computer. Ik zal dit linkeruitzicht even met jullie delen. Zie voor u een grote
brug versierd met kleine autootjes en zo te zien ook een koppel dat net
getrouwd blijkt te zijn. Achter de brug zijn de gele eitjes arme mensjes naar
El Alto aan het brengen en zo te zien is de groene lift nu ook actief, richting
zona sur voor de rijke. Ik zie een stadium, hoge flatgebouwen en ontzettend
veel huisjes neergeplant op de meest onmogelijke plaatsen, een paar rotsen
houden de architecten hier blijkbaar niet tegen. Wanneer het echt onmogelijk
wordt om nog te bouwen krijgen de roodbruine pieken van het Andesgebergte de
kans om hun simpele zelf te zijn. Schakeringen in kleuren, rare uitstulpingen
en ergens tussenin staat de Illimani te doen alsof het perfect normaal is zo
mooi te zijn en een eeuwige mantel van sneeuw te dragen, show off.
Het koppel blijft hier trouwens maar heen en weer lopen over de brug. Volgens mij zijn ze foto’s aan het trekken. Jullie weten nu dus alvast hoe hun trouwfoto’s er zullen uitzien.
Graag gedaan.
Tine
zondag 21 september 2014
Yamila
We kloppen aan bij het enigste gekleurde
huisje van de straat. Vrolijk blauw met gele ruitjes. Een volslanke vrouw opent
de deur en aarzelend verschijnt er vanachter haar benen een gezichtje. Twee
grote ogen kijken mij indringend aan en ik weet meteen dat deze vrolijkheid van
de buitenmuren niet door te trekken is naar wat er zich erbinnen afspeelt.
Onder haar oogjes zie ik haar broze wangetjes. Helemaal kapot van de droogte,
de koude en de felle zon dat El Alto haar dagelijks te bieden heeft. Lipjes waar amper
een glimlach op verschijnt, haartjes en kleertjes die wel eens gewassen mogen worden.
Yamila is vier jaar oud en getuige van hoe haar mama geslagen,
verkracht en uitgebuit wordt.
Haar mama vraagt om hulp.
21 jaar oud, 21 jaar slachtoffer van
geweld. Vanaf haar geboorte werd de moeder bij haar thuis, net zoals haar zusjes en haar moeder
geslagen door haar vader. Op haar 15e trouwde ze met een 4 jaar
jongere jongen uit hoop op een beter leven. Maar ook daar werd ze fysiek,
seksueel en economisch mishandeld. Toen ze 17 was werd Yamila geboren en op
haar 19e kreeg ze haar tweede kindje. Niet lang hierna belandde ze in een
auto-ongeval. Ze kon niet meer stappen en haar echtgenoot wou niet voor haar en
hun twee kindjes zorgen. Ze moest verhuizen, opnieuw naar haar moeder en vader
en opnieuw toonde deze laatste haar de harde hand. Haar vader vond dat ze tenslotte niet bij
hen moest zitten maar bij haar echtgenoot, het was een schande dat zij hem zo had kunnen
teleurstellen. Na weer twee jaar van vernederingen en blauwe plekken kon ze weer wat beter stappen en mocht ze van haar man weer thuis komen wonen.
Het geweld startte ook daar weer opnieuw en na een maand dit te ondergaan zocht
ze haar toevlucht in alcohol. Ze vergat haar zorgen, maar ook haar kinderen.
Op een avond kwam ze niet meer thuis en moest haar man haar gaan zoeken. Toen hij haar gevonden had werd ze zo ineengeslagen dat ze moest vluchten om te overleven.
Om één uur ’s nachts op straat met een kind van 2 op de arm en een meisje van 4
aan de hand. Waar kon ze anders naartoe dan naar haar ouders? Dit was
zondagnacht. Haar zoontje stopte die nacht met praten. Zij viel in wanhoop.
Gisterenavond kwam haar vader weer dronken
thuis. Hij klopte hysterisch op haar deur en riep dat hij haar ging vermoorden.
.
.
maandag 15 september 2014
Edson
35 lentes waarvan 15 als
taxichauffeur. Na lang onderhandelen sloeg Edson zijn slag. Vier blonde chicas moesten van het kleine luchthaventje in El Alto(lees: twee ruimtes met een golfplaten
dakje, eentje voor vertrek, de ander voor aankomst)vervoerd worden naar
beneden, ergens diep in de vallei, het centrum van La Paz. Vanuit de luchthaven leidde
Edson’s auto ons meteen de drukte in. 100-en auto’s in rijen. Of toch iets wat
er op leek. Een twee-, drie-, of vier-vaksbaan, variërend naar de breedte van
de auto of de zin in risico men heeft, vormde de middagdrukte. Een koor van
toeters maakt het plaatje compleet, volledig zinloos, maar bon, het hoort er nu
eenmaal bij. Onze auto volgt traag maar gestaag mee de stroom die het wegennet
ons biedt. Fille-tijd = rondkijk-tijd. Bloemperkjes die de flexibele baanvakken
scheiden doen dienst als marktplaatsjes voor popcorn, sapjes met rotte
perzikken, enzovoort. Ergens tussenin ligt een man zijn middagdudje te doen.
Schaduw van een boom, het zachte gezoem van motors, claxons en verkopers, het
heerlijke aroma van uitlaatgassen, wat meer heeft eens mens nodig om midden op
de dag uit te kateren?! De stroom raakt in versnelling en onze taxi kan zich snel
losmanouvreren en neemt het voortouw. Bolhoedjes, felgekleurde doeken, grijsgrauwe
bergen, skiliften en duizenden Evo-campagnes flitsen aan het landschap voorbij.
Al dalend in de vallei maken de krotjes plaats voor koloniale huizen,
zebra-mannetjes en spinnewebben van elektriciteitsdraden die dit hele
schouwspel overdekken. Stilstaand voor het rode licht begint Edson te
vertellen. Nee, taxichauffeur is niet zijn droomjob, maar oké, hij doet het nog
wel graag. Rijden in zijn eigen auto en luisteren naar alle verhalen dat de
mensen die bij hem achterin kruipen hem te zeggen hebben. Wat als ik binnen
vijf maanden de taxi neem, onderweg naar andere oorden, en toevallig weer in
Edson’s auto zou belanden, wat zou mijn verhaal voor hem dan zijn? Wat zou het doen
weg te rijden van deze plaats waar ik nu net ben aangekomen? Ik ben benieuwd
Edson. ¡Nos Vemos!
Aan de dronken mannen, bolhoedjes en popcorn ben ik
ondertussen al wel gewend. Geen last gehad van jetlag (slapen kan ik als de
beste), de aanpassing aan de hoogte verliep iets moeizamer, maar de indringende
koppijn is in tussentijd ook weer van de baan.
Een dikke week in La Paz en de stand van zaken is als volgt:
1 geweldig appartement met een zicht om U tegen te zeggen, 1week introductie in
de hippe universiteit incl. 3 hippe stagebegeleiders (hip hip hip), 13 mede
studiegenootjes à
veel meisjesgedoe maar hilariteit alom, 10 bevriezende nachten en 1 gelukkige
Tine.
Wat er voor de deur staat: 1 week stage in Consejo Rural
(opvang voor vrouwen die slachtoffer zijn van partnergeweld in El Alto), 17
weken stage in Maya Paya Kimsa (organisatie die straatkinderen begeleidt in El
Alto), 3x hoogstaand bezoek uit La Belgique (meerdere bezoeken zijn mogelijk, interesse,
PM <3) en 1000 kilo avontuur (Kilo? Kilo.).
Spannend hé,
Groentjes,
Tine
dinsdag 18 juni 2013
Als we dan eindelijk nog eens naar huis gaan
De vogeltjes fluiten, de zonnestralen banen zich een weg door de spleten hout, naar m'n gezicht. Ik sta op, ga naar't toilet, kijk door het raam en BAM, daar staat gewoonweg een vulkaan. Juist, we zijn nog niet thuis. In zijn volle glorie staat ie daar te staan. Twee flanken, symmetrische perfectie, vergezeld met het nodige slagroomwolkje om de top, Agua.
Ik doe mn kleren aan en ga op straat. Duizenden kasseitjes leiden mij de weg door duizenden huisjes. Huisjes in alle kleuren, gevaarlijk uitstekende raamkozijnen, prachtig houten deuren.
Fonteinen met borsten, weelderige borsten, waar het water in elegante boogjes uitloopt, Antigua.
Ik loop hier niet alleen rond, er zijn hier nog mensjes, afkomstig van Gringoland of andere Westerse contreien, van Guacamoleland of andere Mayaanse contreien. Het is vooral op deze laatste groep dat ik m'n ogen nog eens goed laat vallen. Gevoed door tortilla's, bonen en avocado's, gekleed in felgekleurde stukken stof, vernuftig over elkaar gedraaid, cowboyhoeden, cowboyboots en die lelijke gedrochten van stukken goud in hun tanden gepropt. Ach, een glimlach maakt zoveel goed, Chapinos.
Vreemd toch, hoe we van situatie tot situatie anders naar de dingen gaan gaan kijken. Al zovele maanden ben ik onderworpen aan bovenstaande indrukken, maar als je weet dat dit binnenkort voor een lange tijd niet meer aanwezig gaat zijn, plaats je de zaken toch in een andere context, in een ietwat sentimentelere context. De omgeving wordt al nostalgie, terwijl je er nog levend en wel bijstaat.
Vulkaanachtige landschappen verschuiven zich naar mijn herinneringen en maken plaats voor de aankomende platte, vlakke, Vlaamse, weilanden. Toekans, apen, krokodillen en haaien worden ingeruild voor duiven, paarden, koeien en een goudvis. Maar daarom is dat toch nog zo slecht ni.
Reizigers hier en mensen thuis waarschuwen me voor drastische aanpassingen en depressieve gevoelens. Ja, ik heb een hoge dunk van mezelf, maar ik denk dat bovenstaande niet op mij van toepassing zal zijn. Ik vind mezelf en mijn leven best wel leuk, waar dan ook. Met het naar hier komen ben ik ook gewoon blijven doorademen, blijven doorleven, mijn normale zelf gebleven, ik zie niet in waarom ik bij de terugkomst dan ineens ongelukkig zou moeten zijn. Uiteraard ga ik alles en mijnen Amerikaansen boy hier missen, maar da zou toch stom zijn, helemaal naar de andere kant van de wereld reizen om dan depressief terug te komen. Moest het zo ineen zitten, zou ik al helemaal niet vertrokken zijn! Mijn plan is gewoon doorgaan gelukkig te zijn. Topplan als je't mij vraagt!
Maar alsjeblieft, kom ni af met "En hoe was't, vertel eens iets?". Ik ga da ook ni bij u doen, dus doet da ook ni bij mij. Ik ben bijna een jaar weggeweest. Daar bestaan geen zinnig, eenzinnig antwoord op. "T'was goed." zal dan ook oprecht mijn respons zijn. U bent gewaarschuwd.
België, ik heb zin in u, laat ma komen, ik kan u wel aan.
Tot snel lellebel,
Tine
Ik doe mn kleren aan en ga op straat. Duizenden kasseitjes leiden mij de weg door duizenden huisjes. Huisjes in alle kleuren, gevaarlijk uitstekende raamkozijnen, prachtig houten deuren.
Fonteinen met borsten, weelderige borsten, waar het water in elegante boogjes uitloopt, Antigua.
Ik loop hier niet alleen rond, er zijn hier nog mensjes, afkomstig van Gringoland of andere Westerse contreien, van Guacamoleland of andere Mayaanse contreien. Het is vooral op deze laatste groep dat ik m'n ogen nog eens goed laat vallen. Gevoed door tortilla's, bonen en avocado's, gekleed in felgekleurde stukken stof, vernuftig over elkaar gedraaid, cowboyhoeden, cowboyboots en die lelijke gedrochten van stukken goud in hun tanden gepropt. Ach, een glimlach maakt zoveel goed, Chapinos.
Vreemd toch, hoe we van situatie tot situatie anders naar de dingen gaan gaan kijken. Al zovele maanden ben ik onderworpen aan bovenstaande indrukken, maar als je weet dat dit binnenkort voor een lange tijd niet meer aanwezig gaat zijn, plaats je de zaken toch in een andere context, in een ietwat sentimentelere context. De omgeving wordt al nostalgie, terwijl je er nog levend en wel bijstaat.
Vulkaanachtige landschappen verschuiven zich naar mijn herinneringen en maken plaats voor de aankomende platte, vlakke, Vlaamse, weilanden. Toekans, apen, krokodillen en haaien worden ingeruild voor duiven, paarden, koeien en een goudvis. Maar daarom is dat toch nog zo slecht ni.
Reizigers hier en mensen thuis waarschuwen me voor drastische aanpassingen en depressieve gevoelens. Ja, ik heb een hoge dunk van mezelf, maar ik denk dat bovenstaande niet op mij van toepassing zal zijn. Ik vind mezelf en mijn leven best wel leuk, waar dan ook. Met het naar hier komen ben ik ook gewoon blijven doorademen, blijven doorleven, mijn normale zelf gebleven, ik zie niet in waarom ik bij de terugkomst dan ineens ongelukkig zou moeten zijn. Uiteraard ga ik alles en mijnen Amerikaansen boy hier missen, maar da zou toch stom zijn, helemaal naar de andere kant van de wereld reizen om dan depressief terug te komen. Moest het zo ineen zitten, zou ik al helemaal niet vertrokken zijn! Mijn plan is gewoon doorgaan gelukkig te zijn. Topplan als je't mij vraagt!
Maar alsjeblieft, kom ni af met "En hoe was't, vertel eens iets?". Ik ga da ook ni bij u doen, dus doet da ook ni bij mij. Ik ben bijna een jaar weggeweest. Daar bestaan geen zinnig, eenzinnig antwoord op. "T'was goed." zal dan ook oprecht mijn respons zijn. U bent gewaarschuwd.
België, ik heb zin in u, laat ma komen, ik kan u wel aan.
Tot snel lellebel,
Tine
Abonneren op:
Posts (Atom)