dinsdag 18 juni 2013

Als we dan eindelijk nog eens naar huis gaan

De vogeltjes fluiten, de zonnestralen banen zich een weg door de spleten hout, naar m'n gezicht. Ik sta op, ga naar't toilet, kijk door het raam en BAM, daar staat gewoonweg een vulkaan. Juist, we zijn nog niet thuis. In zijn volle glorie staat ie daar te staan. Twee flanken, symmetrische perfectie, vergezeld met het nodige slagroomwolkje om de top, Agua.
Ik doe mn kleren aan en ga op straat. Duizenden kasseitjes leiden mij de weg door duizenden huisjes. Huisjes in alle kleuren, gevaarlijk uitstekende raamkozijnen, prachtig houten deuren.
Fonteinen met borsten, weelderige borsten, waar het water in elegante boogjes uitloopt, Antigua.
Ik loop hier niet alleen rond, er zijn hier nog mensjes, afkomstig van Gringoland of andere Westerse contreien, van Guacamoleland of andere Mayaanse contreien. Het is vooral op deze laatste groep dat ik m'n ogen nog eens goed laat vallen. Gevoed door tortilla's, bonen en avocado's, gekleed in felgekleurde stukken stof, vernuftig over elkaar gedraaid, cowboyhoeden, cowboyboots en die lelijke gedrochten van stukken goud in hun tanden gepropt. Ach, een glimlach maakt zoveel goed, Chapinos.

Vreemd toch, hoe we van situatie tot situatie anders naar de dingen gaan gaan kijken. Al zovele maanden ben ik onderworpen aan bovenstaande indrukken, maar als je weet dat dit binnenkort voor een lange tijd niet meer aanwezig gaat zijn, plaats je de zaken toch in een andere context, in een ietwat sentimentelere context. De omgeving wordt al nostalgie, terwijl je er nog levend en wel bijstaat.

Vulkaanachtige landschappen verschuiven zich naar mijn herinneringen en maken plaats voor de aankomende platte, vlakke, Vlaamse, weilanden. Toekans, apen, krokodillen en haaien worden ingeruild voor duiven, paarden, koeien en een goudvis. Maar daarom is dat toch nog zo slecht ni.
Reizigers hier en mensen thuis waarschuwen me voor drastische aanpassingen en depressieve gevoelens. Ja, ik heb een hoge dunk van mezelf, maar ik denk dat bovenstaande niet op mij van toepassing zal zijn. Ik vind mezelf en mijn leven best wel leuk, waar dan ook. Met het naar hier komen ben ik ook gewoon blijven doorademen, blijven doorleven, mijn normale zelf gebleven, ik zie niet in waarom ik bij de terugkomst dan ineens ongelukkig zou moeten zijn. Uiteraard ga ik alles en mijnen Amerikaansen boy hier missen, maar da zou toch stom zijn, helemaal naar de andere kant van de wereld reizen om dan depressief terug te komen. Moest het zo ineen zitten, zou ik al helemaal niet vertrokken zijn! Mijn plan is gewoon doorgaan gelukkig te zijn. Topplan als je't mij vraagt!

Maar alsjeblieft, kom ni af met "En hoe was't, vertel eens iets?". Ik ga da ook ni bij u doen, dus doet da ook ni bij mij. Ik ben bijna een jaar weggeweest. Daar bestaan geen zinnig, eenzinnig antwoord op. "T'was goed." zal dan ook oprecht mijn respons zijn. U bent gewaarschuwd.

België, ik heb zin in u, laat ma komen, ik kan u wel aan.

Tot snel lellebel,

Tine




vrijdag 31 mei 2013

Mien Jozefien


Noem me melig of abnormaal zot van een kind dat niet eens het mijne is. Noem me zoals u wilt, het kan me geen bal schelen. Ik ben het gewoonweg werkelijk, zot van dit schepseltje.

Exact 1 jaar geleden, allemaal tesamen in de Mac Donalds. Niet dat iemand dat graag wou eten maar er was gewoon niets anders open. En vieren moesten we, want damens en heren, die dag was er een mirakel gebeurd.
In deze afgelopen 365 dagen heb ik me op regelmatige basis afgvraagd hoe ik toch zo stom kon zijn te vertrekken naar de andere kant van de wereld.

Al stuurde je lieve mama me dagelijks een foto, toch wil ik je nog eens bewonderen met m’n eigen ogen. Die blonde donsjes, blauwe kijkertjes en pareltjes van tanden. Ik weet hoe goed je mama is in photoshop. Wieweet staat je neusje wel wat scheef en heb je één geel en één groen oog, ben je een dikkertje en misschien wel ietwat aan de lelijke kant. Ik weet het niet. Alles kan.
Ik zou dat gewoon graag toch eens checken.

En als je wilt, lieve Mina, dan kan ik je ook vertellen over al die dingen die ik heb meegemaakt in die maanden dat ik er niet was. Ookal kan je me nog niet verstaan en is zinnige feedback geven nog niet je sterkste kant, ik zou dat met veel plezier doen.
Ik kan je leren hoe je in het Spaans corrupte politie afscheept, hoe blond zijn en glimlachen alles veel makkelijker maakt. Hoe ik haaien en krokodillen gezien heb. Misschien, als het je niet stoort kan ik het ook wat spannender maken. Dat ik er mee gevochten heb ofzo. Dat ik als een held gewonnen heb na een messteek in zijn linker oog. “Van wie? De haai of de krokodil?” Van beide, teglijk als je wil.
Of als je vindt dat dit laatste erover gaat kan ik het nog altijd weglaten hoor, maakt me niet zo, zolang je me maar stoer vindt. Dat je het begrijpt, me vergeeft, dat ik er in je eerste levensjaar niet bij was.

Lieve Mien, ik weet dat we elkaar nog niet zo goed kennen, maar ik weet dat je ooit 7/10 gaat halen op een toets Frans en daarom hou ik nu al zo zielsveel van jou.

Pruts, een welgemeende gelukkige verjaardag gewenst.

Liefs, Tante Titi.

donderdag 23 mei 2013

Diep in de zee


'Time? Check. Orientation? Check. Everyone OK to go down? Check. Check. Check. Check.’
Okeee, daar gaan we, alle lucht uit mijn duikvest en langzaam beginnen we te zakken. GRGGLLL. Woepsie, snorkel uit, regulator in. Klein detail, doch een levensbelangrijk.
De lucht uit m’n tank komt in mijn mond en vervolgens  met het nodige lawaai en duizenden belletjes er weer uit. Oké, alles zit snor.
Poging twee. Ik zak, knijp en blaas in m’n neus, ga dieper en dieper, dat blauwe gat in.
Ik bevind me  in een compleet nieuwe wereld. Eerst en vooral adem ik onder water, niet echt van m’n gewoonte, ma bon, dit went. Tweeds en vooral is alles anders, ma echt alles. Geluiden klinken hol, gigantisch luid en zijn onmogelijk localiseerbaar. Dieptezicht krijgt een andere dimensie en groottes inschatten lijken voor sommige mensen een hele opgave. “Ja Katrien, de haai was werkelijk drie meter en niet 30cm.” En bovenal, ik voel mij ontzettend machtig, sterk en zelfs een beetje een superheld, zovele meters onder de zeespiegel.
Haaien, schildpadden, roggen, ... noem maar op. Kleuren rood, groen, blauw, paars, geel, ... noem maar op. Een lichtspel om U tegen te zeggen!
Gelijk de PADI reclam het zo schoon zegt: “71% of the world is covered with water. Go get your PADI and discover the world.” Een waarheid als een koe.

Hier ben ik weer. Terug van weggeweest. Van waar? Van Nicaragua. Daar ben ik dus niet meer. Ik en de Rugy zijn ondertussen aangekomen in Costa Rica. Ons vorig gezelschap, Kathy, heeft de bende verlaten en een nieuw lid heeft zich toegevoegd, ons Liske, inderdaad, niet zo nieuw.  

Maar bon, nieuwe oorden, nieuwe woorden. 

Wij bevinden ons momenteel in El Silencio. Een boeregat dat z’n naam niet onwaardig is. Zo’n  500-tal bewoners ,1 weg, 1 bar, 1 supermarkt en absoluut geen hol te doen.
Dan moet het ook nog eens lukken dat het we volop in het regenseizoen zitten. Elke namiddag verandert de straat in een rivier. Regen zoals regen hoort te zijn, daar kunnen wij belgen nog iets van leren.
En toch zint het ons hier. Buiten op ons lui gat zitten praktiseren we hier ook wat barmhartige werken. Het dorpje is een soort community en draait grotendeels op zelfvoorzieningen. Zo is er een melkerij, een varkenskot, een kippenboerderij en een opvangcenter voor wilde diertjes.En wij geven hulp waar hulp nodig is.

“Wat doen wij hier zoal?” Vroeg opstaan (heeel vroeg, gem  5u), koeien melken, ondergekakt worden door koeien, aapjes, toekans, papegaaien en giga-ratten eten geven, ons wassen in de waterval, kippen eten geven (lees: aangevallen worden door 200 kippen vanaf ge het kot betreed), paardje rijden en het hoogtepunt tot nu toe: een paard ontdoen van z’n huevos.

“Wat staat er nog op’t program?” Vroeger dan vroeg opstaan (slachten van kiekes start om 3), 200 kiekes slachten dus, de cowgirls uithangen en opzenminst één varken slachten.
Ge hoort het, een waar paradijs voor vegetariërs, JOCHEI!

Adioos bolleboos!

P.s. Kathy, we missen je hoor, Fanneke huilt zichzelf nog dagelijk in slaap. Echte vrienden vergeten elkaar niet.

dinsdag 16 april 2013

Het Einde



T’is gedaan. Mijn kleine, gezellige leventje in Antigua dat al zo gewoon en vertrouwd aanvoelde heb ik moeten achterlaten. Ok, dit heb ik al vele malen gedaan, maar nu was het zo voor lang. En dan, amaai, als ik dan terug ga zijn in juni duurt het niet lang meer of t’is voor echt. Voor onbepaalde duur. Hoogstwaarschijnlijk een paar jaren ofzo. Pff, vreemd.
Thuis van België vertrekken is één ding, oké ja, da’s ook niet gemakkelijk, maar daar keer je naar terug, en na tien maand gaat er op een paar koppeltjesveranderingen na, geen bal veranderd zijn.
Ik ben benieuwd hoe Guatemela er zal uitzien binnen pakt drie jaar. Zo ontwikkeld, en al mijn vrienden van nu gaan dan al lang weer over de wereld uitgestrooid zijn...
Maar niet te diep getreurd. Ons Kathy is er nu, jippijeej! En zo drie maand door Centraal-Amerika rondtrekken, ge kunt het erger treffen denk ik dan.
En zoals het oude gezegde luidt: elk eind staat voor een nieuw begin.
Laat maar komen "nieuw begin",ik kan u wel aan!

Ons Katinka is dus twee weekjes geleden mijn Guate-landje binnengevlogen. Twee Lowellekes tesamen op pad, amaai, da geeft nogal vuurwerk. Uitpraten waar we ons moeten uitpraten, inpraten waar we ons willen inpraten en als dat niet lukt: gewoon langs de uitgang binnengaan. Jaja, we doen het volledig volgens het boekje. We zijn goed getraind. Bedankt mama’s.

Na een weekje sightseeing in mijn Antiguaanse-wereldje had ons Katerina het wel gezien en was het tijd voor de Salvadoriaanse zee. El Tunco was schoon en de watervallen nog schoner, maar met al die surfers die daar maar doodgingen, leken andere oorden ons iets aangenamer en veiliger.  De ruïnes van Copan stonden als volgt op het program en de Leffe, Hoegaerden en Hollandse kaas in de Geert zijn Belgisch hotelletje hebben mij daar goed deugd gedaan.

Na al dat ‘strandliggen en toeristjes-spelen’ was het tijd voor weer wat actie. Drie dagen de Hondurese bergen intrekken, het klonk me als muziek in de oren. Alsook de kannonnen van scheten die onze gids kon afvuren. Jaja, birdwatching was niet zijn enigste grote talent. Wanneer ik dacht dat: “Amaai, dees was nu echt wel ne lange scheet” was de volgende al ontsnapt, onderweg naar zijn nieuw persoonlijk record. Je hoort het, volledig het profiel van een schaamteloze 63-jarige hippie die vond dat alle Europeanen “bloody, beerdrinking, prostitutes” waren. Uiteraard was hij zelf van Europa, Engeland, maar verkoos hij “burger van de wereld” te zijn. Bon, ieder zijn ding, wij konden er goed mee lachen en ik denk dat wij in zijn categorie ‘uitzondering-op-bovenstaande-regel’ vallen. Bedankt Malcolm Birdwatch.

Terwijl ik daar ergens onder nen boom in het oerwoud lag te wachten op een mogelijk voorbijvliegende vogel heeft ons Kathyke en haar tegenstribbelend buikje heel de buurt kunnen entertainen met haar jufrouwskills. Iedereen met zo ne grote ‘Torfs-ballon’ en heel het huis versierd met papieren slingers en bloemen. Alle kindjes in hun nopjes dankzij juf Katrien, dikke duim Kathy! De meisjes van het gezinnetje waar we verbleven waren wel wat droevig als we vertrokken, we hebben zelfs een briefje meegekregen dat ze ons zullen missen en dat God met ons zal meegaan en ons zal beschermen. Yes!

Zo, na levend opgegeten te zijn door de jungle-muggen is het nu aan de zandvliegjes van Utila om van de overschotjes te genieten. Als we even pauze hebben van het krabben, gaan we hier proberen ons duikbrevet te halen. Als alles goed gaat, zit dat zaterdagavond in de pocket. Ik ben benieuwd!

Een dikke zoen van jullie kapoen, Tine.
En ook één van Katrien, ma ze weet da ni, want ze slaapt. Ik zal het haar morgen zeggen.

dinsdag 26 maart 2013

Het Feest



Platten tuub. Met een reserve band max 50km verder rijden? Pfoe! Hup, naar Mexico der mee. Als dat geen begin is van een knalfeest, dan weet ik het ook niet. Ik lieg, ik weet het wel, het was het begin van één groot feest. Met als genodigden: mezelf, Tine, en m’n rugzak,Rugy de Zak.
Maar die Maya’s, die weten pas hoe ze een feesje moeten bouwen. We pakken een stuk of 50 kaarsen, flesjes Fanta en een levend kip. We gaan naar een normaalogende-kerk maar wegens gebrek aan stoelen of banken planten we ons gewoon neer op de grond. De kaarsen steken we aan en zorgen voor het mysterieuze effect. Dan beginnen we wat onverstaanbaar te brabbelen en gooien de Fanta in het rond. Last but not least pakken we die kiek, slingeren we die wat boven de kaarsen zodat z’n hoofd grappig mee begint te bewegen om daarna kort maar krachtig z’n nek om te wringen. Hoe mooi kan een cultuur zijn?
Nee, t’is echt, ik heb het hier natuurlijk in een ietwat onnozel jasje gestoken, maar die offerandes die de Maya’s nog steeds uitvoeren, t’is best boeiend. Ze behouden hun eigen tradities, pikken wat mee van die Katholieken die hun honderden jaren geleden iets nieuws kwamen opleggen en maken er een interessant nieuw geheel van. Zo, zijn jullie weer wat wijzer en weet je hoe je in’t vervolg een feestje moet starten. 

Spanning en avontuur. De twee woorden die nogal een centrale plaats hadden in mijn leven, in de voorbije drie weken. Twee vulkanen, vijf dagen trekken met de tent door de jungle, mijn-leven-aan-een-zijden-draadje, versierd gelijk in de films, krokodillen, slangen, spinnen, ...

Maar ik loop te snel van stapel, first things first, beginnen bij't begin.
Ik ben er dus op mn eentje op uitgetrokken, Zuid-Mexico en Noord-Guatemala stonden op de kaart.
San Cristobal, een topstad, leuke mensen,maar nogal ‘tzelfde als Antigua, niet te lang gebleven dus. Tegen de toeristenstroming in de andere kant uitgetrokken, hop naar de ruïnes. Super interessant maar alleen tegendraads kon soms wel staan voor nogal wat eenzaamheid. Geen andere toeristen, blond, alleen, de locals vliegen op u af, ik voelde me toch niet zo op m’n gemak als gedacht. Ik heb genoten van de ruïnes, maar heb m’n tocht toch snel verder gezet naar het vertrouwde Guatemala.

Al heb ik wel nog een pittige anekdote aan Mexico overgehouden, wees gerust, deze keer heeft het niets met uitwerpselen te maken. Versieren dat die Mexicanen kunnen, amaai. Beeld u in: ge zit in het restaurant van het hotel, alleen, wat te lezen, en plots komt de serveerster naar u toe met een servietje. Ge zijt helemaal in de war, ge hebt toch niets gemorst, ge weet ni wa ze van u verwacht. Dan ziet ge dat er vanbinnen in de serviet iets geschreven staat, ge twijfelt nog steeds, want zo’n dingen gebeuren toch alleen maar in films. Ge plooit hem open en leest het volgende: “Hola, hoe mooi ziet gij der wel ni uit, ik zou u graag beter leren kennen, hier is mijn nummer, bel mij, (en nu komt het), mijn naam is Hilda(!).” Slik. En dan begint ge u ziek te lachen.
Mijn aanbidder was er een van het vrouwlijke geslacht, aanbidster, dus. Haha! Er zat zelfs parfum op de serviet. En ik had nog nieens mijn salopet aan!! Sorry Hildake, maar het is toch nog steeds boysboysboys wat de klok slaat.

In Guatemala trok ik naar het Noordelijke laagland, de jungle! Samen met 13 andere jongeren, twee gidsen en een bende muilezels, vertrokken we voor vijf dagen de jungle in. 130 km, kilo’s zweet, nul douches, een topruïnestad diep verdoken, giga veel apen, slangen, spinnen, zwijnen, toekans en zelfs een jaguar in de nacht. En gewandeld da wij gedaan hebben, man! De laatste dag zelfs 25km in 3.5 uur. Ik werd er gewoon hoogmoedig van, misschien een beetje té. Ik dacht dat alles aan te kunnen en heb mij van zodra we terug in bewoonde-wereld waren ingeschreven voor de dodentocht te belgenland. Als ik da tempo kan uithouden loop ik da uit op 14 uur. Of gewoon het kunnen uitlopen zou al wel leuk zijn, we zullen zien, impulsieve Tine was weer aan het werk, woepsie.

De avond na de tocht zat er voor mijn niet veel slapen in, ik was een beetje teveel in shock.
Een prachtige storm verwelkomde ons na de terugkomst. Super mooie bliksems, krakende donders en een  iets minder aangename tornado. Een dak had de strijd met de wind opgegeven en besloot rond te vliegen in de straat waarin ik mij bevond. Metalen golfplaten en houten balken sloegen de ramen in en trokken alles mee naar beneden wat ze op hun weg tegenkwamen, incl den elektriek. Golfplaten maken best wel veel lawaai als ze van 20 meter hoog vijf centimeter naast uwe kop vallen, glas doet nogal pijn onder uw voeten en in uw oog. Ge zout er wel eens de nijging van kunnen krijgen weg te lopen aan een persoonlijk toprecord.
Ik had zooooveel schrik, maar ik ben nog helemaal heel, en mijn vrienden ook, dus da’s goed.

Maar het spanningsniveau lag nog niet hoog genoeg, drie dagen later ben ik het Noordelijke hoogland ingetrokken en ben de uitdaging aangegaan: Tajumulco, de hoogste vulkaan van Centraal-Amerika! Jaja, ik ben nogal in form ze, mijn benen zijn gewoonweg echt gespierd, da’s effe wennen en zal ook wel snel weer verdwijnen.
En wa doetge als de bus vol zit, dan zet ge u gewoon erboven op! Zo hadden we toch ook een klein beetje India in Guatemala.
Het was een topweekend, topbeklimming en topmensen!

Ondertussen zit ik weer in Antigua en ik ben 100% gelukkig, met wat geweest is, waar ik ben en wat zal komen! Ooooh...


Dikke smakkerds lieve schatten, tot de volgende!

Een springlevende Tine!

dinsdag 26 februari 2013

Lesley



Lesley. Een lelijke, oranje versie van de 'Furby', die knuffels die een aantal jaren geleden zo in trek waren in speelgoedland. Of simpelweg, die gedrochten. Toch krijgen mensen enig gevoel van sentiment over zich heen wanner ze met zo’n beest met inmens grote ogen in hun handen staan. Met in het bijzonder, Frankie Loosveld.
Wat ik zeggen wil, er moet toch zo iets bestaan in de mens als een instinct dat u drijft zorg te willen dragen voor kleine, schattige (relatief natuurlijk) dingetjes. En in het bijzonder: levende baby-dingetjes. Blijkbaar krijgt niet iedereen dezelfde hormoonstoot door zijn bloed gepompt bij het zien van zo’n schattig snoetje.
Ik stoor er mij een beetje aan. Die verpleegsters in het ziekenhuis, der is iets mis mee. Of zou het zijn dat na een tijdje routinewerk dit instinctmatig moedergevoel gewoon verdwijnt? Dat als je honderden baby’s op een jaar ziet passeren je er geen liefde meer voor kan voelen?
T’moet zijn. Hup, die papfles in die mond, hup, terug in bed, hup, die pamper verversen, hup,  hoofdje botst tegen de bedrand, niets gebeurd, hup, terug in bed. Een baby heeft meer nodig dan eten en hygiëne om te overleven. Of is dat een verwende Europese gedachte? Ik weet het niet.
Met mijn instinctgevoel is alleszinds nog niets mis en probeer toch elke dag elk kindje een tijdje uit hun bedje te nemen en te stimuleren. In hoeverre dat mogelijk is op drie uur met dertien kindjes natuurlijk.
Het erge is dat Lesley, een oranje pluchepop, overladen wordt met liefde terwijl de kindjes in het ziekehuis het moeten doen met amper dertien minuten en éénenvijftig seconden op een dag.



Het is alweer lang geleden dat er nog eens iets nieuws verscheen op tinysavonturensite. Ik ben er niet zeker van of deze mening gedeeld wordt, maar ik denk dat na een tijdje zowel de lezer- als de schrijver-partij een beetje genoeg krijgt mijn levensgebeurtenissen in detail op het web te lezen/smijten. Aangezien er toch een aantal mensen zich af en toe eens afvragen 'hoe-die-Tine-het-daar-nu-eigenlijk-maakt-aan-de-andere-kant-van-de-oceaan?' zal ik het schrijven echter blijven verder zetten. 

Wel “Hoe zit het nu eigenlijk met die Tine?”, deze vraag kan snel en makkelijk beantwoord worden: goed! Supergoed zelfs! Ik heb mijn portie moeder- en vaderliefde gehad, ik kan er weer een tijdje tegenaan en de mami en de papi zitten weer in koud België en ik voel me zo een gelukzak dat ik kan blijven in warm Guatemala.

Al zit mijn Guatemalteeks avontuur er bijna op. Ik ben mijn laatste week begonnen hier in Antigua. Mijn laatste daagjes in het hospital, de familie helpen met studenten en een maya-vriendin met engelse les. Jaja, nog mijn laatste restjes om de wereld te redden eruit aant persen. En dan kan ik er aan beginnen, lekker egoïstisch reizen. Want geef toe, dat is reizen toch eigenlijk:  ervaringen opdoen, dingen zien, allemaal om uw eigen levenskennis wat te vergroten. Niks mis mee, af en toe zelfverwenning is nodig. En natuurlijk ga ik blijven helpen waar ik kan. Het zou leuk zijn zo wat half en half te reizen en half en half te werken in vrijwilligersprojecten die op mijn pad komen.

Zondag vertrek ik naar Mexico, drie weekjes alleen rondreizen, spanneeeeend! Daarna terug naar Antigua voor een paar daagjes want ik heb de eer om dan mijn nicht hier ook te mogen verwelkomen. Joepiejeej, dat wordt leuk! Samen gaan we Honduras en Nicaragua verkennen en daarna ga ik ons Lis gaan bezoeken in Costa Rica. Funfunfun!

Zo, nu is iedereen die het wilde weten weer up to date.

Dag schatjes van patatjes,

Tiny

woensdag 6 februari 2013

NV Desmet



Ik mis het wel, een klein kind te zijn. Wanneer ge die plas passeert en u moet inhouden om er in te springen, als die speeltuin ongelooflijk naar u zit te lonken of gewoon wanneer ge eens ongegeneerd in uw neus wilt kunnen peuteren. Wat ook niet mocht missen in mijn kindertijd, waren die vriendschapsboekjes, waar iedereen er opzenminst nog wel twee van liggen heeft. Ik zou zeggen, haal ze van de zolder, zet u in de zetel en ge gaat u gegarandeerd ziek lachen. Bon, waarom zou ik daar eigenlijk voor moeten terugkeren naar mijn kindertijd? Hé? Niet dus. Met als gevolg hier mijn nieuw vriendschapsboekje, met als enige vriend: mezelf. Veel leesplezier.

Naam: Tine Desmet

Leeftijd: 21

Broers/zussen: Leen & Fien (uit België) en Lisa & Estelita (uit Guatemala)

Mama’s: Greta (uit België) en Sara, Noemi & Estela (uit Guatemala)

Papa: Guido (uit België), vaderloos in Guatemala en dat bevalt me wel

Lievelingseten: Yuca-kroketjes, zwarte bonen, guacamole en snoepjes van’t Kruidvat

Lievelingskleur: zonsondergangkleur

Lievelingsvak op school: Geen, wegens gebrek aan school de laatste tijd

Lievelingsmuziek: Intergalactic Lovers en Leonard Cohen, al kan ik de marimba van hier opt straat ook best wel appreciëren

Lievelingsbestemming: Centraal-Amerika (mah, komt da goed uit!), Madagascar en mijn Heverse bedje

Hobby’s: Zingen als ik een beetje zatjes ben, weven met Irene mijn mayvrouwtjesvriendin van 70 (2u elke dag, ge moet er wat voor over hebben, uwen eigen rok willen maken), Muay Thai kick-boxing (handig voor de volgende keer iemand nog eens ongewenst naar mijn poep graait), en, natuurlijk, reizen

Ik werk als: Vrijwilligster: ’s ochtends in het ziekenhuis van de ondervoede kindjes en ’s namiddags in het schooltje als Juf Engels 

Ik hou van: Mijn mama en cake

Ik hou niet van: Luide engelse kiekes dat alleen oog hebben voor Facebook en foto’s van hunzelf ipv de zonsopgang in Tikal, ge zoutze zo de tempel afduwen

Ik ben verliefd op: Jude Law, Wim Helsen en Mina 

Later wil ik...: Groot zijn. Maar aangezien ik dat al ben en de kans zeer klein is dat ik dat nog meer ga worden, zou ik het ook wel leuk vinden een chocoladefabriek te hebben, en tegelijkertijd uitvinder te zijn van een afslankpil ofzo, kwestie van een zeker evenwicht te behouden in het leven

Waar ik even melig over wil doen: Liske, mijn viske. Na de volledige vier maand als tweeling door het leven te gaan, nu drie maand en half zonder elkaar, hoe gaan we da doen? Maar gene paniek, schrijf het al maar op in uwe kalender: 15 mei ‘The-bitch-is-back-feestje’ (nu ist mijnen toer) in Costa Rica. Iedereen van jullie is ook van harte welkom. Uiteraard.



Liefs, Tiny

Tip tap top, de datum is verstopt (da rijmt helemaal ni! Na al die jaren merk ik da nu pas, verdorie, bedrog...)[1]


[1] 6/2/13