zaterdag 4 oktober 2014

Palta

Palta. Zo noemen ze een avocado hier. Lelijk woord, toch? En dat voor zoiets lekkers. In Guatemala noemen ze dat tenminste ‘aguacate’. Mooi, verfijnd, ... een naam dat deze vrucht toebehoort. Dit was dan ook hetgeen ik zei als ze mij op het werk vroegen wat ik het grootste verschil vond tussen Guatemala en Bolivia. Dat vonden ze uiteraard hilarisch en mijn nieuwe bijnaam was geboren: ‘Augacate’. Maar wegens gebrek aan kennis hoe dit woord te schrijven is het ‘Wawacate’ geworden. Het is eens wat anders dan Tiny, Tiens of Titi.

Een paar dagen geleden was ik deze tekst ook beginnen schrijven maar dan met een andere naam dat bovenaan zou verschijnen. Weer een verhaal over een casus op werk (klinkt fancy hé?). Maar het voelde niet goed aan. Andermans miserie beschrijven voor andermans supspens. Eerst en vooral niet echt ethisch correct, tweeds en vooral niet Tine-correct. Dat is eigenlijk ook in het algemeen het gevoel dat ik heb bij mijn werk. Ik ben hier om te leren en mijn studie-objecten zijn jongeren die de grootste problemen van de wereld hebben. Ik als psychologie-leek ga dààrvan leren. Daarom wou ik toch ook naar Bolivia komen, de verhalen zijn hier straffer, de impact des te groter. Maar hoe egoïstisch is dat? Als het zo zit was ik liever hierheen gekomen en had ik liever geen verhalen gekregen en zij geen problemen (hear mother Theresa speaking). Ja, ik zit in zo’n filosofische fase waarin iedereen egoïstisch is en elke handeling overpeinzd wordt. Het valt moeilijk te begrijpen dat ik, Tine, zo’n Europees studentje, ga kunnen helpen om hun problemen te verlichten. Een proces dat veel vertrouwen nodig heeft en vertrouwen vraagt veel tijd. Al gaat dat al wel precies de goede richting uit. Ik zal jullie zeker op de hoogte houden hoe het aanvoelt als mijn psychologisch zelfvertrouwen een trapje gestegen is.

Wat ik al wel geleerd heb is om ongelooflijk veel geduld te hebben. Drie uur aan een ziekenhuisbed zitten en gewoon niets hebben buiten jezelf en je gedachten. Ondertussen kan ik de tijd best vooruit laten gaan met niets. Ook weet ik nu als de beste hoe een gasboiler aan te steken, iemand moet toch de man in huis zijn.

Het is trouwens zaterdagochtend (oké ja, eerder middag) en ik zit aan de ontbijttafel. Het is een kei mooie dag met een prachtig uitzicht. Toch als ik naar links kijk, rechts is het slechts een zetel met een meisje en een computer. Ik zal dit linkeruitzicht even met jullie delen. Zie voor u een grote brug versierd met kleine autootjes en zo te zien ook een koppel dat net getrouwd blijkt te zijn. Achter de brug zijn de gele eitjes arme mensjes naar El Alto aan het brengen en zo te zien is de groene lift nu ook actief, richting zona sur voor de rijke. Ik zie een stadium, hoge flatgebouwen en ontzettend veel huisjes neergeplant op de meest onmogelijke plaatsen, een paar rotsen houden de architecten hier blijkbaar niet tegen. Wanneer het echt onmogelijk wordt om nog te bouwen krijgen de roodbruine pieken van het Andesgebergte de kans om hun simpele zelf te zijn. Schakeringen in kleuren, rare uitstulpingen en ergens tussenin staat de Illimani te doen alsof het perfect normaal is zo mooi te zijn en een eeuwige mantel van sneeuw te dragen, show off.

Het koppel blijft hier trouwens maar heen en weer lopen over de brug. Volgens mij zijn ze foto’s aan het trekken. Jullie weten nu dus alvast hoe hun trouwfoto’s er zullen uitzien.

Graag gedaan.

Tine