Er zijn twee skiliften die, laten we aannemen, het
begin en eindpunt van het gebied vormen. Een wirwar van bruggen waar een immense
Che Guevara bovenuit piept maakt het centrum. Duizenden mensen en al zeker
zoveel mini-bussen zorgen voor de opvulling. Ik zie brood, ik zie gedroogde
lama-lijken, ik zie kleine kinderen kakken op de straat, ik zie slijpmachines,
ik zie honden, vuile honden, ik zie varkenshoofden, ik zie sapcentrifuges, ik
zie eigenlijk niets want ik lig eigenlijk in mijn bed met mijn ogen toe. Maar
in gedachten zie ik veel, teveel om op te noemen. Ik riek fruit, ik riek
vers bloed van de slager, ik riek hond, ik riek angst, ik riek tiner gemengd
met gasolina, ik riek SOA's. De lelijkste geur van de wereld, die SOA's. We staan
blijkbaar aan de Tilin, een plek waar deze geur domineert en waar mannelijk
gezelschap, klaar voor een groen blaadje, een gevestigde waarde is. Meisjes met
felgekleurde oogschaduw en een bolletje wol in de hand, aan de neus komen naar
ons toe. "Seeeño" hoor je en je hand groet een andere hand en daarna
doe je nog eens hetzelfde met je bovenarm. Snel komt er ook een groepje jongens
bijstaan met petten en een bolletje wol in de hand en wederom ook aan de neus.
Ze nemen even pauze van hun werk. Verhalen worden verteld: politie, tehuizen,
familie en HIV, geen onderwerp wordt gemeden. Kom, laten we verdergaan naar het
basketbalveldje. Sommige kinderen gaan mee, anderen gaan terug aan het werk,
hun voorbijwandelende rugzakken of andere zakken achterna. Op het eerste veldje
kunnen we niet gaan want daar zijn ze aan het vechten, op het tweede zijn ze
aan het drinken, op het derde dan maar. De bal wordt bovengehaald en naargelang
de dag wordt er met de voet, of met de hand beweging in het spel
gebracht. (Om even te schetsen, we zijn ongeveer aan de tweede lift nu. Aan de eerste
zijn we begonnen, aan het fruit daarzo). De geur van bloed komt weer naar boven, nu
wel van de menselijke soort. Tijd om wondes te verzorgen. "Amaai het ziet
er al veel beter uit, de etter is weg en ik kan het bot weer zien, joepie."
"Wie wilt er nog refresco, een broodje, iemand?" We wandelen terug
richting gele skilift en onze handen en bovenarmen ontmoeten elkaar weer ditmaal
om het uiteengaan te bevestigen. "Tot morgen jongens, om 1u is er 'casa'.
We gaan film kijken en pipocas eten. Zeker komen. Ciao!"
Ja, het
is inderdaad KEJ lang geleden. De sterren stonden er gewoon niet naar ofzo. En buiten het heelal dat niet geheel aan mijn zijde stond is het ook geen gemakkelijke maand geweest. Ik ga niet ontkennen dat niet elke dag
met evenveel geluk en blijdschap gevuld was. Twijfel kwam en motivatie ging. Bazen
met wie niet altijd even goed overeengekomen werd (vergelijking numero 1 van
deze tekst met België!), de moeilijke relatie tussen lijm snuiven en psychotherapie
en Europese subsidies die lijden onder deze zijn crisis maakte van mijn
stageplaats niet echt één van de aangenaamste. Niet alleen voelde ik dit maar ook ons 'cliënteel' merkte deze druk.
Er werd gespeeld met voeten. Agressie kwam, respect ging. Als een vicieuze
cirkel betaamt was het weer aan mij om dit dan te voelen. Logisch is het dat als motivatie
en veiligheid wegvallen er alternatieve plannen in de plaats komen. Naar het gevang, straatwerk in La Paz, meedraaien in een privékabinet, ... Het was allemaal mogelijk. Maar oké, het hek is nu van de dam (juist, ni?) ik blijf bij Maya
Paya Kimsa! Open communicatie en de afwezigheid van storende schakels(lees het -s,
c, h, k, l, s + b, z, n) kunnen wonderen doen. Openheid heeft sfeer een duw in
de rug gegeven en ook meneer de motivatie is terug van de partij. Ja het blijft
een onmogelijk-maar-toch-mogelijke wereld waar psychologische hulp niet echt thuis
is maar qua interessantheid valt er zeker niet te klagen en komaan, het piepen
in deze on-wereld ga ik gewoon altijd met me mee kunnen dragen. Het leven in de Ceja is gewoon, echt waar, te zot voor woorden. Kom liever zelf eens een kijkje nemen.
Ciao
chicos, nos vemos,
La Tina
Geen opmerkingen:
Een reactie posten